Dag van de mantelzorg - Jeanette Wolf
Ik spreek met Jeanette Wolff-Vierhuis, ze is mantelzorger voor haar ouders en vrijwilligster bij Viattence in Wezep. In het kader van de Dag van de Mantelzorg op 10 november, deelt ze haar verhaal.
“Mijn moeder en haar vriendin ondersteunen al zo’n 30 jaar bij woonzorglocatie De Turfhorst (voorheen Veldheem) met activiteiten zoals samen zingen, bingo spelen en koffie schenken. Ze zijn er meerdere keren per week te vinden en bezoeken ook 1-op-1 bewoners om een praatje met hen te maken. Ook helpt m’n moeder in de Coffee Corner van de Turfhorst wanneer daar activiteiten zijn zoals de maandelijkse borrelmiddag. Voor de Corona periode was ik hun back-up als vrijwilligster, wanneer het mijn moeder of haar vriendin niet lukte om te komen.
Tevens zitten mijn moeder en ik in de ‘klankbordgroep voor vrijwilligers’. Deze groep bestaat uit vrijwilligers van alle locaties in Wezep (inclusief ‘de Samenhof’), de coördinator welbevinden en teamleider van Viattence. Alle vrijwilligers kunnen bij ons terecht voor vragen en/of opmerkingen. Deze bespreken wij dan tijdens de vergaderingen, zodat er wat mee gedaan kan worden.”
Ik vang op wat mijn ouders niet meer lukt
“Ik merk dat mijn ouders een dagje ouder worden. Ze gaan dingen moeilijker vinden. Mijn vader heeft de afgelopen jaren een paar herseninfarcten gehad en ook mijn moeder heeft er vorig jaar één gehad. Bij mijn moeder merk ik dat ze een aantal dingen niet meer goed kan onthouden als ze spanning ervaart. Hierdoor lukken bepaalde dingetjes niet meer. Dit probeer ik dan op te vangen en voor haar te doen. Ook mijn vader probeer ik te helpen met dingen die binnen mijn vermogen liggen. En als er iets is wat mij niet lukt, dan ga ik het gesprek met ze aan om te proberen extern hulp te krijgen. Bijvoorbeeld voor het huishouden, hier hebben we nu thuishulp voor geregeld. Mijn ouders zijn echter wel van de oude stempel, dus het liefst doen ze alles zelf.”
Vooral bij de praktische zaken spring ik bij
“Onderling hebben ze het ook wat moeilijker. Ze voelen onvermogen, onmacht dat ze niet alles meer kunnen en begrijpen. M’n moeder wordt daardoor wat onzekerder over zichzelf. Het is een proces en ook hier sta ik zo veel mogelijk voor hen klaar om te ondersteunen en met ze te praten.
Ik ben enigst kind en in die zin komt de mantelzorg op mij alleen neer. Gelukkig heb ik wel een hele lieve man die ook bijspringt waar mogelijk. Ze ergens naartoe brengen bijvoorbeeld wanneer ze liever niet in het donker rijden. En meegaan met bezoekjes aan de dokter of het ziekenhuis. Of facturen betalen en administratie doen. Maar ook gezellig samen kleding kopen! Vooral als het gaat om de praktische dingen ben ik degene die de kar trekt en hen daarbij zoveel mogelijk helpt. Zo om de dag ga ik even bij ze langs voor een kopje koffie en pak ik de dingen op die dan nodig zijn.
Dit doe ik met liefde. Het zijn mijn ouders. Zij hebben mij ook grootgebracht. We praten daar ook niet over, het is heel normaal. De zorg verschuift. Waar ze eerder voor mij zorgden, ben ik er nu voor hen. Mijn ouders wonen vrijstaand en ze willen graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Daar heb ik respect voor en help ik graag bij.”
Soms zou ik weleens willen dat ik nog meer voor ze kon doen. Ik ben mijn ouders heel erg dankbaar voor wat ze altijd voor mij hebben gedaan.
We willen de zorg voor hen zo goed mogelijk doen
"Soms zou ik weleens willen dat ik nog meer voor ze kon doen. Ik ben mijn ouders heel erg dankbaar voor wat ze altijd voor mij hebben gedaan. Ze stonden immers altijd voor mij en m’n gezin klaar. Ook heb ik nog de zorg voor onze zoon die we 12 jaar geleden hebben mogen adopteren. Het ging een tijd niet goed thuis. Hij woont nu doordeweeks in een groepshuis. Het gaat nu erg goed met hem. De balans is hierdoor ook wat terug, waardoor ik de zorg voor mijn ouders (en gezin) beter vol kan houden en in het geheel rustig kan blijven.”
Ik merk op dat ik heel veel respect voor Jeanette heb en dat ze het volgens mij juist harstikke goed doet.“Ik hoop dat ik er zo lang mogelijk voor hen kan zijn. Mijn man en ik zijn de enigen voor hen. We willen de zorg voor hen dan zo goed mogelijk doen. En met Gods hulp kunnen wij dit!”