Zorgen doen we samen - Het is de kunst om heel goed te kijken: wat is er nodig?
Susan Hahné is 53 jaar, woont in Utrecht en is mantelzorger van haar moeder Betsy van 87 jaar. Susan Hahné is erg betrokken bij het welzijn van haar moeder. Hoe ervaart ze dit? Ze vertelde het tijdens een mooi interview dat we met haar hadden.
Voordat Betsy verhuisde naar de Speulbrink, de woonzorglocatie van Viattence in Vaassen, woonde ze ruim 50 jaar er vlak in de buurt. Oorspronkelijk komt ze uit Twente. Sinds 1991 is ze alleenstaand. Nadat ze op oudere leeftijd een aantal keer gevallen was, heeft ze een aantal maanden moeten revalideren in een verpleeghuis in Wapenveld. Daarna kreeg ze een tijd lang 24-uurs zorg aan huis. Toen dat te zwaar werd voor de verzorgenden, is Betsy, ruim twee jaar geleden, op de Speulbrink gaan wonen. Susan is erg blij dat haar moeder zo lang mogelijk thuis heeft kunnen wonen, dat was immers haar wens.
Gasten helpen en zelf gast zijn op de dagbesteding
Naar elkaar omkijken en zorgen voor anderen is eigenlijk met de paplepel ingegoten; de moeder van Susan was vroeger tientallen jaren vrijwilliger bij de dagbesteding De Flank van Viattence, in Vaassen. Elke maandagochtend hielp ze daar met de gasten. De cirkel werd rond; later was ze zelf te gast en maakte ze gebruik van deze dagbesteding. Daarnaast heeft Betsy nog heel veel ander vrijwilligerswerk gedaan in en om Vaassen.
Een dag minder werken
Susan reist elke week van Utrecht naar De Speulbrink in Vaassen, naar haar moeder. “Ik ben een dag minder gaan werken om hier tijd voor vrij te maken”, vertelt ze. “Dat is een bewuste keuze geweest. Dit kon gelukkig, zowel vanuit mijn werk als financieel.” Ook de broer en zus en nichtje van Susan, en haar partner, komen met regelmaat langs bij haar moeder.
Op de vraag of haar moeder het naar haar zin heeft bij de Speulbrink zegt Susan: “Omdat ze niet meer goed kan praten, lukt het niet goed mijn moeder die vraag te laten beantwoorden. Maar, mijn moeder is van nature een heel tevreden en positief ingesteld persoon, ook nu komt ze tevreden en rustig over, en ze heeft heel leuk contact met de verzorgenden.” Wanneer Susan bij haar moeder is, is ze niet op bezoek, zoals ze zelf aangeeft: “Ik ben er voor een langere tijd. Ik kom niet voor een uurtje. Ik ga bijvoorbeeld tussendoor met de hond wandelen of doe een boodschap. Daarna kom ik weer terug bij mijn moeder. Dan voelt het minder als een bezoek. Ik ben ook vaak dingen aan het doen, zoals haar planten verzorgen, de kamer gezellig maken of samen foto’s kijken. In de zomer ga ik vaak met haar wandelen met de rolstoel. Dan gaan we naar de markt of naar de Cannenburch. En het leuke is dat we soms naar het oude huis van haar kunnen, in Vaassen. Dat is vertrouwd terrein voor haar. “
Een mooi samenspel met het zorgpersoneel
Samen met een zorgmedewerker helpt Susan ook weleens haar moeder in bad te doen. Dit kan alleen met twee personen, dus dit kan niet altijd. Naast het in bad doen, helpt Susan ook met andere verzorgingstaken. “Mijn moeder heeft last van de dunne huid op haar armen, ik smeer daarom haar armen vaak in en verder zet ik wel eens de krulspelden in het haar.” Ook helpt Susan vaak ’s middags en ’s avonds met het eten en drinken van haar moeder, omdat Betsy dit niet meer goed zelf kan. “Dat zijn fijne momenten. Mijn moeder praat niet veel meer, dus dan is het fijn om iets te kunnen doen voor haar omdat dat het contact versterkt”, zegt ze. Ze voegt toe: “Juist in deze simpele verzorgende dingen kan ik veel liefde en zorg geven, dat is fijn voor ons allebei.”
Dit zijn taken die het zorgpersoneel op zo’n moment niet hoeft op te pakken en waardoor zij ontlast worden. “Ik ervaar de samenwerking met de formele zorg als heel prettig. Ook word ik door middel van de app op de hoogte gehouden hoe het met mijn moeder gaat, wanneer ik er niet ben. Ik houd dit altijd goed in de gaten. Dus zo staan we ook goed in verbinding met elkaar”, zegt Susan.
Mooie herinneringen
Vanwege het feit dat communiceren wat lastiger gaat, bedenkt Susan soms andere manieren om het haar moeder naar de zin te maken. “Zo weet ik dat mijn moeder gek is op foto’s. Ik nam laatst een aantal fotoalbums mee, waaronder een met jeugdfoto’s van mijzelf. Daar reageerde ze echter nauwelijks op. Maar toen ik het album liet zien van haar tijd toen ze naar de opleiding voor gezinsverzorgende in Schaarsbergen ging, leefde ze op. ‘Weet je dit nog?’ vroeg ik. ‘Ja natuurlijk!’ riep ze vol enthousiasme uit. Waarschijnlijk was deze periode, waarin ze begin 20 was, een fijne tijd die een heel positieve indruk heeft achtergelaten.”
De kunst van mantelzorgen is om goed te kijken
Ik vraag Susan of ze het mantelzorgen zwaar vindt. “Nee, ik vind het niet zwaar”, zegt ze. “Het scheelt dat mijn moeder positief en tevreden is. Het allerliefst zou ik op een boerderijtje wonen, met mijn moeder bij mij in de kamer in een schommelstoel. Maar ik besef me dat dat niet kan en voor mijn moeder misschien ook niet de beste oplossing is. Mijn band is altijd heel goed geweest met haar. Daarom vind ik het fijn om veel te kunnen doen voor haar. Ik zie bij andere bewoners wel eens dat het voor de naasten meer belastend is.”
We praten nog even door over het mantelzorgen, en wat daarvoor nodig is. Susan zegt: “Het is de kunst om goed te kijken. Kijken naar wat er nodig is, maar ook naar wat je zelf nodig hebt. Je moet een keuze maken in hoe intensief je de zorg wilt verlenen. Soms denk ik bij mezelf wel eens of ik wel genoeg doe. Dat blijft altijd lastig.”
Gemeenschappelijk wonen op een ‘Knarrenhof’ is wellicht de toekomst
Susan is zich ervan bewust dat haar moeder optimaal verzorgd wordt, zowel door de professionele zorg als door haar, en haar broer, zus en nichtje. “Ik vraag me dan wel eens af of dat straks ook bij ons zo gaat. Ik heb geen kinderen.” Toch ligt ze hier niet wakker van, ze wil zo fit en gezond mogelijk leven. “Je weet toch nooit hoe het loopt”, zegt ze. In haar omgeving hoort ze wel eens over het ‘Knarrenhof’, waarbij ouderen bij elkaar gaan wonen. “Dat gemeenschappelijk wonen zou best weleens de toekomst kunnen zijn. Mensen zullen steeds meer hun eigen boontjes moeten doppen, en waar het kan elkaar helpen.”
Een kans om in verbinding te staan met elkaar
Als tip voor andere mantelzorgers geeft Susan aan: “Begin geleidelijk, als het kan. Bekijk wat je van nature goed afgaat en als dat passend is, pak datgeen op. Laat je eigen ideeën over wat iemand zou willen, of wat je zelf wilt, een beetje los. Kijk goed wat er gebeurt en wat je naaste nodig heeft, en waar je op in kan springen. Laat iemand ook gewoon ‘oud’ zijn, vaak hoeft er niet meer zo veel. Verder kan je het ook zien als een mooie kans, om nog echt in verbinding te staan met je naaste. Het is mooi om dat te kunnen doen. Het is een kwestie van de knop omzetten van ‘op bezoek gaan’ naar ‘actief bijdragen’. ”
Susan geeft ook nog een boekentip, voor mensen die te maken hebben met een plotseling verlies van iemand of juist iemand waarvan geleidelijk afscheid genomen wordt, zoals in het geval van haar moeder: het boek van Riekje Boswijk-Hummel, ‘Afscheid nemen, loslaten wat dierbaar is’. Zelf heeft ze daar veel aan (gehad).
Lees ook het interview met mantelzorger Hetty Uenk!
Hetty Uenk is 57 jaar, woont in Terwolde bij haar vader waar ze mantelzorg aan verleent. Haar moeder heeft Parkinson en is in juli 2023 van de trap gevallen. Ze ligt in een revalidatiecentrum en wordt over een paar dagen overgeplaatst naar een verpleeghuis. Ook voor haar staat Hetty zoveel mogelijk klaar. Daarnaast werkt ze 28 uur als Verzorgende IG op De Speulbrink in Vaassen. Dus zowel professioneel als privé verleent ze warme zorg. Hoe ervaart ze dit? Ze vertelde het tijdens een mooi interview dat we met haar hadden rondom de dag van de mantelzorg op 10 november 2023.